Geologisch gesproken is IJsland een heel jong land; de vorming begon nog geen 20 miljoen jaar geleden en is nog steeds aan de gang. Vulkaanuitbarstingen in de middel- Atlantische rug op de bodem van de Atlantische Oceaan hebben een berg gecreëerd die boven zeeniveau uitgroeide en zo een eiland vormde. Dus IJsland heeft echt een vulkanische herkomst. Lavavelden, kraters, vulkanen, tafelbergen, puimbergen en velden van vulkanische as getuigen van dit feit.

 

De fauna van IJsland weerspiegelt de leeftijd van het land. Er zijn relatief weinig soorten insecten en maar een paar soorten wilde zoogdieren. In de 9e eeuw, toen de eerste bewoners arriveerden, was de poolvos het enige autochtone zoogdier, maar later brachten mensen andere soorten mee. Vogels ontdekken IJsland nog steeds en er worden regelmatig nieuwe soorten gesignaleerd. Er zijn geen reptielen en amphibiën op IJsland, en er zijn eenvoudigweg géén gevaarlijke diersoorten!

Vanwege de noordelijke ligging van het land is er veel interactie tussen het vulkanisme en ijs of water. In het Kverkfjöll gebied hebben hete bronnen onder de gletsjer grotten in de ijskap geschapen. Soms vinden er vulkaanuitbarstingen plaats onder een gletsjer en dan smelt het ijs eenvoudigweg, vaak met dramatisch hoge snelheid.

De rijkheid van de vegetatie is een ander verbazend gevolg van IJsland’s Arctische ligging. De zomer is kort, dus bloemen die verder naar het zuiden in verschillende maanden bloeien, bloeien op IJsland gelijktijdig. Ze worden niet altijd even groot als verder in het zuiden: er zijn heel veel orchideeën en gentianen maar ze zijn klein. De energie en hitte in IJsland’s bodem schapen omstandigheden die zo ver in het noorden uniek zijn, waardoor de vegetatie veel rijker is dan je zou verwachten.

De aardkorst onder IJsland is veel dunner dan die onder Europa of Amerika. Daardoor is het oppervlak dichter bij de hitte van de gesmolten lava onder de aardkorst. Daardoor wordt het bodemwater op IJsland warm en daarom zijn er zo veel hete bronnen. De reden dat niet overal heet bodemwater gevonden wordt is eenvoudig: er is niet overal bodemwater! Het natuurlijke hete water wordt gebruikt om huizen te verwarmen en zwembaden te vullen, en natuurlijk zijn de bubbelende en kokende bronnen een bezienswaardigheid. Ga daarom vooral naar het Geysir gebied, waar de bron Strokkur elke 15 minuten een grote zuil kokend water omhoog spuit.

Gedurende de eeuwen hebben gletsjers, erosie en tektonische bewegingen van de aardkost het land gevormd. Er zijn grote rivieren ontstaan met talloze watervallen in allerlei vormen en maten. Er zijn zó veel watervallen dat ze niet eens allemaal namen hebben. De rivieren zijn een grote bron van milieuvriendelijke energie, waar de IJslanders dankbaar gebruik van maken.

Het milieu is belangrijk voor de bevolking en er wordt continue naar nieuwe en betere oplossingen gezocht. Het gebruik van waterstof en andere nieuwe energiebronnen, dat in sommige landen als toekomstdroom wordt beschouwd, wordt op IJsland al een realiteit.

10% van IJsland is met gletsjers bedekt, schitterende en eindeloze werelden van ijs. Ze bewegen en veranderen elk jaar een beetje. Soms groeien ze – in koude perioden – en soms krimpen ze. Natuurlijk zijn gletsjers wit, maar op sommige plaatsen is er vulkanische as op de gletsjers gevallen of zand erop gewaaid. Dus er zijn gletsjertongen die zwart lijken en op veel plaatsen kun je afwisselende zwarte en witte lagen zien, omdat eventuele lagen van zwarte as of zand ‘s winters weer met sneeuw bedekt worden. De gletsjers bewegen voorwaarts en duwen aarde, zand en stenen naar voren, maar ze kunnen zich ook weer terugtrekken, zoals ze de laatste jaren gedaan hebben. Dit kan resulteren in gletsjermeren waar ijsbergen in rond drijven. Er zijn verschillende van zulke meren op IJsland en het meest spectaculaire is Jökulsárlón in het zuidoosten. Dit is een onderdeel van het nieuwe Vatnajökull nationale park, het grootste van Europa, dat rondom de gletsjer Vatnajökull ligt.